Search
Browse
Create
Log in
Sign up
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $2.99/month
Begrippen staatsinrichting | onderdeel A
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Terms in this set (66)
Actief kiesrecht
Het recht om een stem uit te brengen tijdens de verkiezingen.
Algemeen kiesrecht
Het recht van alle volwassen burgers om te stemmen.
Antirevolutionaire Partij
Politieke partij van de confessionelen, opgericht in 1879 en daarmee tevens de eerste politieke partij in Nederland.
Caoutchouc-artikel
Een artikel uit de grondwet van 1887, waardoor het censuskiesrecht wordt vervangen door een systeem waarbij kiesrecht wordt toegekend aan mannen met bepaalde tekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand.
Censuskiesrecht
Vorm van kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen.
Coalitie
Een samenwerking tussen verschillende politieke partijen in de regering.
Confessionalisme
Een stroming die vindt dat godsdienstige ideeën via de politiek moeten worden uitgevoerd.
Constitutie
De regels en gebruiken waarmee een staat wordt bestuurd en is ingericht.
Constitutionele monarchie
Monarchie waarbij de macht van de vorst wordt beperkt door een grondwet.
Democratie
Een vorm van bestuur over een land waarbij de regering door het volk wordt gekozen.
Dictatuur
Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen ligt van één persoon, de dictator.
Districtenstelsel
Kiessysteem waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen.
Eerste Feministische Golf
De periode van 1870 tot 1920, waarin de emancipatie van vrouwen met name gericht was op het verwerven van kiesrecht voor vrouwen.
Eerste Kamer
De Eerste Kamer beoordeelt wetsontwerpen die in de Tweede Kamer zijn aangenomen en bestaat uit 75 leden die worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten.
Emancipatie
Het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Feminisme
Beweging die ernaar streeft dat vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden krijgen als mannen.
Grondwet
Wet waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur van een land is geregeld.
Indirecte verkiezingen
Verkiezingen waarbij het volk stemt voor de Provinciale Staten, die op hun beurt weer de leden van de Eerste Kamer kiezen.
Industrialisatie
De overgang naar een samenleving waarin de industrie een belangrijk middel van bestaan is.
Kabinet
De ministers van de zittende regering plus de staatssecretarissen.
Kinderarbeid
Werk dat wordt gedaan door jonge kinderen.
Klassieke grondrechten
Grondrechten die burgers beschermen tegen de overheid.
Kleine luyden
Benaming voor het gewone volk.
Liberale Unie
Politieke organisatie van de liberalen, opgericht in 1885.
Liberalisme
Een politieke ideologie die een grote vrijheid voor individuele mensen voorstaat en wil dat de overheid zich met weinig zaken bemoeit.
Luxemburgse kwestie
Een diplomatiek conflict in 1866-1867 tussen Willem III en het parlement, waardoor uiteindelijk het kabinet viel.
Minister
Beroep van iemand die in de regering van een land zit.
Ministeriële verantwoordelijkheid
De verantwoordelijkheid van ministers voor politieke besluiten.
Monarchie
Land met een koning of koningin.
Ontzuiling
Het uiteenvallen van verzuiling in een samenleving.
Oppositiepartijen
Politieke partijen die geen deel uitmaken van de coalitie.
Pacificatie van 1917
Afspraak tussen de socialisten en confessionelen waarmee het algemeen kiesrecht voor alle mannen werd ingevoerd.
Parlement
Door de bevolking gekozen vertegenwoordigers die met de regering een staat besturen.
Parlementaire democratie
Een democratie waarbij de bevolking van het land wordt vertegenwoordigd door het parlement dat door het volk is gekozen.
Passief kiesrecht
Het recht om je verkiesbaar te stellen.
Politiek onschendbaar
Dat de koning niet ter verantwoording kan worden geroepen voor politieke daden.
Recht van amendement
Het recht van leden van de Tweede Kamer om een wetsvoorstel van de minister te mogen wijzigen of aanvullen als ze het er niet mee eens zijn.
Recht van budget
Het recht van de volksvertegenwoordiging om het budget van de bestuurders vast te stellen.
Recht van enquête
Het recht van Kamerleden om buiten de regering om een onderzoek in te stellen.
Recht van initiatief
Het recht van de leden van de Tweede Kamer om zelf een wetsvoorstel te mogen indienen.
Recht van interpellatie
Het recht van het parlement om een minister om informatie te vragen.
Rechterlijke macht
Onderdeel van de staatsinrichting dat zich bezighoudt met de rechtspraak, bestaande uit de rechters.
Rechtsstaat
Staat waarin de rechten en plichten van burgers in de wet zijn vastgelegd.
Referendum
Stemming van de bevolking over een plan van de regering.
Regeerakkoord
Overeenkomst tussen de politieke partijen die in de regering zullen plaatsnemen, waarin het overheidsbeleid voor de komende jaren in grote lijnen is uitgezet.
Regering
De groep mensen die een land besturen.
Republiek
Staat waar het staatshoofd door de bevolking wordt gekozen.
Revolutiepoging van Troelstra
Poging van Pieter Jelles Troelstra van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij om in 1918 in Nederland een socialistische revolutie te starten.
Rooms-Katholieke Staatspartij
Politieke partij van de rooms-katholieken, opgericht in 1896.
Rooms-katholieken
Het deel van het christendom dat gehoorzaam is aan de paus in Rome.
Schoolstrijd Politieke strijd in de 19e en 20e eeuw over de financiële gelijkstelling van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs.
...
Sociaal Democratische Arbeiders Partij
Politieke partij van de socialisten, opgericht in 1894.
Sociale grondrechten
Grondrechten waarbij de overheid een zorgplicht heeft op het gebied van onderwijs, bestaanszekerheid, huisvesting en volksgezondheid.
Sociale kwestie
Het vraagstuk over de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders.
Socialisme
Een maatschappelijk systeem dat is gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, met een eerlijke verdeling van macht en goederen en een sterke rol van de staat.
Staatshoofd
Iemand die aan het hoofd van een land staat.
Tweede Kamer
De landelijke volksvertegenwoordiging van Nederland, welke een wetgevende taak heeft, de regering controleert en bestaat uit 150 leden die door het volk worden gekozen.
Uitvoerende macht
Onderdeel van de staatsinrichting, bestaande uit de regering, die ervoor zorgt dat wetten worden uitgevoerd.
Vereniging voor Vrouwenkiesrecht
Vereniging die zich inzette voor het vrouwenkiesrecht.
Verkiezingen
Gelegenheid waarbij burgers kiezen wie er in het bestuur van een land, provincie of plaats moet zitten.
Verstedelijking
Het verschijnsel dat relatief steeds meer mensen in steden wonen en relatief minder op het platteland.
Verzuiling
Een samenleving met aparte, nauwelijks samenwerkende groepen.
Vrije Vrouwen Vereeniging
Vereniging die zich inzette voor vrouwenrechten en de emancipatie van vrouwen.
Wet
Regel die door de overheid is vastgesteld en waar iedereen zich aan moet houden.
Wetgevende macht
Onderdeel van de staatsinrichting, bestaande uit het parlement, dat de wetten en regels in een land vaststelt.
Wetsvoorstel
Voorstel voor een wet
OTHER SETS BY THIS CREATOR
Geschiedeniswerkplaats - 2hv - 4.5
10 terms
Geschiedeniswerkplaats - 2hv - 4.4
14 terms
Geschiedeniswerkplaats - 2hv - 4.3
19 terms
Geschiedeniswerkplaats - 2hv - 4.2
12 terms