Perfectum - Deel 1-4 (ST2)

5.0 (1 review)
Ik heb afgedroogd.
Click the card to flip 👆
1 / 71
Terms in this set (71)
Ik heb afgedroogd.
afdrogen
Image: Ik heb afgedroogd.
Ik heb een cadeau meegebracht.
een cadeau meebrengen
Image: Ik heb een cadeau meegebracht.
Ik heb mijn huis verkocht.
mijn huis verkopen
Image: Ik heb mijn huis verkocht.
Ik heb de tafel afgeruimd.
de tafel afruimen
Image: Ik heb de tafel afgeruimd.
Ik heb een hand gegeven.
een hand geven
Image: Ik heb een hand gegeven.
Ik heb mijn bril gevonden.
mijn bril vinden
Image: Ik heb mijn bril gevonden.
Ik heb afgewassen.
afwassen
Image: Ik heb afgewassen.
Ik heb mijn jas aan de kapstok gehangen.
mijn jas aan de kapstok hangen
Image: Ik heb mijn jas aan de kapstok gehangen.
Ik heb lekker ontbeten.
lekker ontbijten
Image: Ik heb lekker ontbeten.
Ik heb het aan de leerkracht gevraagd.
het aan de leerkracht vragen
Image: Ik heb het aan de leerkracht gevraagd.
Ik heb een lekkere taart gebakken.een lekkere taart bakkenIk ben vroeg opgestaan.vroeg opstaanIk heb in het park gewandeld.in het park wandelenIk heb naar de school gebeld.naar de school bellenIk heb soep gekookt.soep kokenIk heb mijn huis gepoetst.mijn huis poetsenIk heb mijn haar gewassen.mijn haar wassenDe trein is aangekomen.De trein komt aan.Ik ben thuis gebleven.thuis blijvenIk heb mijn bril gezocht.mijn bril zoekenDe trein is vertrokken.De trein vertrekt.Ik ben thuis gekomen.thuis komenHij heeft naar muziek geluisterd.Wat heeft hij gedaan?Ik ben afgestapt.Ik stap af.Ik heb een brief geschreven.een brief schrijvenIk ben overgestapt.Ik stap over.Hij heeft gewerkt.Wat heeft jouw broer gedaan?Alina heeft getelefoneerd.Wat heeft Alina gedaan?Ik heb in de tuin gewerkt.in de tuin werkenHet meisje heeft Nederlands gestudeerd.Wat heeft het meisje gedaan?Ik heb met de kaart betaald.met de kaart betalenIk heb op de zetel gezeten.op de zetel zittenIk heb mijn kind naar school gebracht.mijn kind naar school brengenIk heb mijn oma in Brussel bezocht.Ik bezoek mijn oma in Brussel.Ik heb gezwommen.zwemmenIk heb een auto gekocht.een auto kopenIk heb een nieuwe bril gekozen.Ik kies een nieuwe bril.Ik heb geslapen.slapenIk heb het gezegd.het zeggenIk heb een cadeau gekregen.Ik krijg een cadeau.Ik heb boodschappen gedaan.boodschappen doenIk heb mijn vriend gekust.Ik kus mijn vriend.Ik heb de tafel gedekt.de tafel dekkenIk heb een douche genomen.een douche nemenIk heb het tapijt in de woonkamer gelegd.Ik leg het tapijt in de woonkamer.Ik heb Nederlands geleerd.Nederlands lerenHij heeft de krant gelezen.Wat heeft Peter gedaan?Ik heb de bloemen op tafel gezet.bloemen op tafel zettenIk heb ziek in bed gelegen.Ik lig ziek in bed.Ik heb in het park gelopen.Ik loop in het park.Ik heb voetbal gespeeld.voetbal spelenZij heeft naar tv gekeken.Wat heeft het meisje gedaan?Ik heb de brief opgestuurd.Ik stuur de brief op.Ik heb het kleedje gepast.Ik pas het kleedje.Ik heb de brief gepost.Ik post de brief.Ik heb Frans gesproken.Frans sprekenIk ben op het strand geweest.op het strand zijnZij hebben pizza gegeten.Wat hebben de man en de vrouw gedaan?Ik heb bier gedronkenbier drinkenIk heb niet gerookt.Ik rook niet.Ik heb een foto gemaakt.een foto makenMijn zoon heeft geschilderd.Mijn zoon schildert.De kast heeft naast het bed gestaan.De kast staat naast het bed.De trein is gestopt.De trein stopt.Ik ben van de trap gevallen.Ik val van de trap.Ik heb de leerkracht verwittigd.Ik verwittig de leerkracht.Ik heb op de bus gewacht.Ik wacht op de bus.Ik heb de wedstrijd gewonnen.Ik win de wedstrijd.Ik heb het hemd gestreken.het hemd strijkenIk heb met de auto gereden.rijdenDe kinderen zijn naar school gegaan.naar school gaan

Flickr Creative Commons Images

Some images used in this set are licensed under the Creative Commons through Flickr.com.
Click to see the original works with their full license.