Home
Browse
Create
Search
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $2.99/month
U 26
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Terms in this set (31)
une balle
een (kleine) bal
un bateau
een boot, schip
des bateaux
boten
en bateau
met de boot
une carte
een kaart
un doigt
een vinger
un e-mail
een e-mail
une jambe
een been
une main
een hand
une promenade
een wandeling
à bientôt
tot binnenkort
arriver tôt
vroeg aankomen
avant la leçon
voor de les
hier
gisteren
arriver
komen, aankomen
gagner
winnen
nager
zwemmen
passer le dimanche
de zondag doorbrengen
raconter
vertellen
faire une promenade
een wandeling maken
avoir chaud
het warm hebben
avoir froid
het koud hebben
jouer à la balle
met de bal spelen
jouer aux cartes
met de kaarten spelen
d'abord
eerst, vooreerst
puis
daarna, dan
enfin
ten slotte, eindelijk
un pull chaud
een warme trui
une veste chaude
een warm jasje
un repas froid
een koude maaltijd
une maison froide
een koud huis
THIS SET IS OFTEN IN FOLDERS WITH...
U 21
24 terms
U24
25 terms
U 22
36 terms
U 23
35 terms
OTHER SETS BY THIS CREATOR
U 17-20
58 terms
U 13-16
95 terms
U 13-16
2 terms
U 9-12
77 terms