Home
Browse
Create
Search
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $2.99/month
U 34
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Terms in this set (41)
een sok
une chaussette
het platteland
la campagne
de natuur
la nature
een valies, reiskoffer
une valise
een reis
un voyage
Europa
l'Europe
Vlaanderen
la Flandre
Wallonië
la Wallonie
op het platteland, op de buiten
à la campagne
Wat neemt u?
Que prenez-vous?
iedereen
tout le monde
minder warm
moins chaud
wandelen
se promener
Ik wandel.
Je me promène.
Jij wandelt.
Tu te promènes.
Hij wandelt.
Il se promène.
Veel geluk!
Bonne chance!
de lente
le printemps
de zomer
l'été
de herfst
l'automne
de winter
l'hiver
in de lente
au printemps
in de zomer
en été
in de herfst
en automne
in de winter
en hiver
een bos
un bois
een blad
une feuille
een bloem
une fleur
een berg
une montagne
een paard
un cheval
paarden
des chevaux
een varken
un cochon
een haan
un coq
een kip
une poule
een koe
une vache
de sneeuw
la neige
de zon
le soleil
de wind
le vent
Er is sneeuw.
Il y a de la neige.
Er is zon. De zon schijnt.
Il y a du soleil.
Er is wind. Het waait.
Il y a du vent.
THIS SET IS OFTEN IN FOLDERS WITH...
Frans unité 20
8 terms
U33 : Je comprends
25 terms
U 32
24 terms
U 35
5 terms
OTHER SETS BY THIS CREATOR
U 17-20
58 terms
U 13-16
95 terms
U 13-16
2 terms
U 9-12
77 terms