Upgrade to remove ads
Only $35.99/year

GRAM - Onregelmatige werkwoorden - Niveau 1 - OVT - VTT

Terms in this set (57)

beginnen
begon, begonnen, begonnen
brengen
bracht, brachten, gebracht
denken
dacht, dachten, gedacht
doen
deed, deden, gedaan
drinken
dronk, dronken, gedronken
eten
at, aten, gegeten
gaan
ging, gingen, gegaan
geven
gaf, gaven, gegeven
hebben
had, hadden, gehad
helpen
hielp, hielpen, geholpen
kijken
keek, keken, gekeken
komen
kwam, kwamen, gekomen
kopen
kocht, kochten, gekocht
verkopen
verkocht, verkochten, verkocht
lezen
las, lazen, gelezen
lopen
liep, liepen, gelopen
spreken
sprak, spraken, gesproken
vinden
vond, vonden, gevonden
worden
werd, werden, geworden
zijn
was, waren, geweest
zoeken
zocht, zochten, gezocht
bieden
bood, boden, geboden
binden
bond, bonden, gebonden
blijken
bleek, bleken, gebleken
blijven
bleef, bleven, gebleven
dragen
droeg, droegen, gedragen
hangen
hing, hingen, gehangen
houden
hield, hielden, gehouden
kiezen
koos, kozen, gekozen
krijgen
kreeg, kregen, gekregen
kunnen
kon, konden, gekund
lachen
lachte, lachten, gelachen
laten
liet, lieten, gelaten
liggen
lag, lagen, gelegen
lijken
leek, leken, geleken
mogen
mocht, mochten, gemoogd
moeten
moest, moesten, gemoeten
nemen
nam, namen, genomen
rijden
reed, reden, gereden
schrijven
schreef, schreven, geschreven
slapen
sliep, sliepen, geslapen
sluiten
sloot, sloten, gesloten
sterven
stierf, stierven, gestorven
staan
stond, stonden, gestaan
steken
stak, staken, gestoken
stijgen
steeg, stegen, gestegen
trekken
trok, trokken, getrokken
vangen
ving, vingen, gevangen
vergeten
vergat, vergaten, vergeten
vragen
vroeg, vroegen, gevraagd
weten
wist, wisten, geweten
zeggen
zei, zeiden, gezegd
zenden
zond, zonden, gezonden
zien
zag, zagen, gezien
zitten
zat, zaten, gezeten
zwemmen
zwom, zwommen, gezwommen
...
Sets found in the same folder