Home
Browse
Create
Search
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $2.99/month
U29 portfolio
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Terms in this set (26)
Mag ik de kaart zien?
Je peux voir la carte?
Hier is ons menu.
Voici notre menu.
Ik zou graag een croissant en een klein stokbrood met kaas hebben.
Je voudrais un croissant et une petite baguette avec du fromage.
Prima, meneer.
Très bien, monsieur.
Wilt u ook iets drinken?
Vous voulez aussi boire quelque chose?
Ik heb dorst.
J'ai soif.
Ik wil graag een kop koffie.
Je voudrais une tasse de café.
Ik wil graag een limonade.
Je voudrais une limonade.
Ik wil graag een glas melk.
Je voudrais un verre de lait.
Ik wil graag een fruitsap.
Je voudrais un jus de fruits.
Ik wil graag een cola
Je voudrais un coca.
Ik wil graag een glas wijn.
Je voudrais un verre de vin.
U mag de koffie hier zetten.
Vous pouvez mettre le café ici.
Hebt u suiker, a.u.b.?
Vous avez du sucre, s.v.p.?
Ja, alstublieft.
Oui, voici.
Zijn er nog croissants?
Il y a encore des croissants?
Vandaag zijn er geen croissants meer.
Aujourd'hui il n'y a plus de croissants.
Excuseer me.
Excusez-moi.
Sorry.
Pardon.
Daar is jouw koffie en hier is mijn thee.
Voilà ton café et voici mon thé.
Daar is jouw bier en hier is mijn limonade.
Voilà ta bière et voici ma limonade.
Dit is voor Julie: 't is haar stokbrood en haar
cola.
C'est pour Julie: c'est sa baguette et son coca.
Dit is voor Niels: 't is zijn boterham en zijn
fruitsap.
C'est pour Niels: c'est sa tartine et son jus de
fruits.
Onze kaas en onze stokbroden zijn reuze!
Notre fromage et nos baguettes sont supers!
Ook jullie ham en jullie croissants zijn
geweldig!
Aussi votre jambon et vos croissants
sont formidables!
In hun auto gaan meneer en mevrouw Verdonck met hun kinderen naar restaurant Bonbec.
Dans leur voiture, monsieur et madame Verdonck vont avec leurs enfants au restaurant Bonbec.
THIS SET IS OFTEN IN FOLDERS WITH...
U30 portfolio
21 terms
U31 portfolio
20 terms
U32 portfolio
26 terms
OTHER SETS BY THIS CREATOR
U 17-20
58 terms
U 13-16
95 terms
U 13-16
2 terms
U 9-12
77 terms
OTHER QUIZLET SETS
Duits: briefzinnen 1
19 terms
Gesprekken 1
12 terms
Opsomming-tegenstelling-voorbeeld
20 terms
Duits D Redemittel (hoofdstuk 1) deel I
16 terms