Map 2, Activiteiten 1 tem 3

boezemvriend(in), de
Click the card to flip 👆
1 / 37
Terms in this set (37)
boezemvriend(in), de
ami(e) de coeur, l'
beschikken over
disposer de
iem. in de steek laten
laisser tomber qqn
het leven
la vie
missen
rater, manquer
de hulp
l'aide
stelling(en), de
affirmation, l'
handje(s), het (een handje helpen)
main, la (donner un coup de main)
hartelijk(e)
de tout cƓur - chaleureux
uitdrukking(en), de
expression, l'
dienst, de (van dienst zijn)service, le (ĂȘtre de service)belangrijkimportantbereid (bereid zijn... te...)disposĂ©(e), prĂȘt(e) Ă betrouwbaarheid, defiabilitĂ©, la - crĂ©dibilitĂ©, labevriend (- zijn met)ami(e) (ĂȘtre l'ami de)eerlijkheid (de)honnĂȘtetĂ©, l'eigenschap(pen), decaractĂ©ristique, lagelijk (het is me gelijk)Ă©gal (cela m'est Ă©gal)goedgehumeurd(e)de bonne humeurlol makens'amuser, se marrernood, le (in nood)besoin (dans le besoin)om het even (het is me om het even)peu importe (peu m'importe)omgaan metfrĂ©quenter, s'entendre avecrekenen opcompter suruitgaansortirvertrouwenavoir confiance envertrouwen (het)la confiancevriendschap(pen), deamitiĂ©, l'belofte, depromesse, laheilig (een heilige belofte)saint(e) (une promesse solennelle)bijschrift(en), hetcommentaire(s), ledrop, het/derĂ©glisse, laidool (idolen), hetidole, l'knakworst(en), desaucisse de Francfort, lapatat(ten), defrites, lespraatziekbavard(e)spijbelenbrosser des cours