20 Zou/Zouden: ADVIES

5.0 (2 reviews)

Je zou naar huis moeten gaan

Click the card to flip 👆

1 / 6

Terms in this set (6)

Je zou naar huis moeten gaan

Je collega ziet er ziek uit. Hij kan beter naar huis gaan, vind jij.
Wat adviseer je hem?

moeten

Image: Je zou naar huis moeten gaan

Je zou naar de tandarts moeten gaan

Je collega heeft vreselijke tandpijn.
Dan wil je toch naar de tandarts, denk je bij jezelf?
Wat raad je hem aan?

moeten

Image: Je zou naar de tandarts moeten gaan

Je zou bij ze langs kunnen gaan.

Je collega maakt zich zorgen om haar bejaarde ouders.
Ze kan toch bij ze langs gaan, denk je.
Wat adviseer je haar?

Kunnen

Image: Je zou bij ze langs kunnen gaan.

Je zou naar de hoofdzetel moeten gaan.

Je collega twijfelt of ze naar de hoofdzetel moet gaan.

Wat adviseer je haar?

Jullie zouden haar kunnen bellen.

Je collega's weten niet waarom de receptioniste er vandaag niet is.
Jullie kunnen haar toch bellen, denk je bij jezelf.
Wat adviseer je ze?

kunnen

Image: Jullie zouden haar kunnen bellen.

Wat zou je kunnen doen om opslag te krijgen?

Je collega zou graag opslag krijgen. Wat raad je haar aan?
Je wilt dat ze hier zelf over nadenkt.

kunnen

Image: Wat zou je kunnen doen om opslag te krijgen?