hello quizlet
Home
Subjects
Expert solutions
Create
Study sets, textbooks, questions
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $35.99/year
Gynaecologie H6: Aandoeningen van de cervix
Flashcards
Learn
Test
Match
Flashcards
Learn
Test
Match
Terms in this set (21)
Cervix
Cervix:
· Plaveiselepitheel
· Daartussen = transformatiezone = SCJ (Squamo-columnaire junctie)
o Zone waar metaplasie optreed bij blootstelling aan hormonen
o Zone waar cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN) ontstaat na besmetting met HPV
· Glandulaire of cylinderepitheel => mucusproductie
Benigne aandoeningen: Congenitaal
Congenitale aandoeningen: defect tijdens fusie mülleriaanse gangen.
· Agenese of hypoplasie
· Ontdubbeling
· Adenosis = resten van mülleriaanse kanalen onder epitheel dat aanleiding kan geven tot cyste vorming (geen behandeling nodig)
Een oorzaak voor deze aandoeningen is het vroegere gebruik van DES tijdens de ZW.
Benigne aandoeningen: Ectropion
· SJC dat uit de cervix komt (= fysiologisch na pubertijd). Het cylindrisch epitheel van de endocervix komt naar buiten. Indien je tekens van ulceraties zit bevriezen of wegbranden.
o Tijdens de menopauze trekt de SJC zich weer in.
· Kliniek: Bij speculumonderzoek zie je rood epitheel uit de cervix komen
· DD: cervicitis en neoplasie
Benigne aandoeningen: Cervicitis
· Etterige afscheiding, spotting, postcoïtaal bloedverlies
· KO: cervix rood, gezwollen en fragiel bij aanraking met contactbloedingen
· Etiologie: SOA, viraal
Benigne aandoeningen: Naboth-cyste
· Oorzaak: cylindrisch epitheel dat nog ergens begraven ligt onder het plaveiselepitheel => witgele cystes
· Behandeling is niet nodig
Benigne aandoeningen: Poliep
· Meestal > 40J
· Symptomen: postcoïtaal bloedverlies en fluor
· Behandeling
o Gesteeld: Torsie en avulsie met tang (dan biopsie)
o Groot breed gesteelde poliep: chirurgisch
o Kan ambulant gebeuren door de vanaf de steel te knippen en naar biopsie te sturen
Benigne aandoeningen: Endometriose
· Rode/donkere ronde, vaste vervenheden op de exo-cervix en de vaginale wanden
· Asymptomatisch of onderbuikpijn, dyspareunie en abnormaal vaginaal bloedverlies
· Biopsie voor DD neoplasie
Benigne aandoeningen: Myoom
· Zelden geïsoleerd in de cervix
· Myoma nascens ontstaat in de uterus maar kan doordat het gesteeld is uit de cervix komen
o Onderbuikpijn en onregelmatig bloedverlies
o Met spoed behandeld!
· Andere myomen van de cervix enkel behandelen indien klachten (Dyspareunie, druk op blaas/rectum of dysmenorroe)
Benigne aandoeningen: Erosie
· Ectropion = epitheel intact, erosie = epitheel niet intact
· Uitsluiten: Chlamydia/gonokokken, HSV, syfilis, hemophilus ducreyi (chancroïde)
Benigne aandoeningen: Stenose
· Oorzaken
o Iatrogeen
o Tumor of myoom
o Post-menopauze
· Klachten: dysmenorroe of cryptomenorroe
· Behandeling: dilatatie mogelijk onder paracervicaal blok
Baarmoederhalskanker: Preventie
- Na borstkanker is BMH-kanker de meest voorkomende (10% van alle kankers)
> In West Europa 8 a 10 per 100.000
- 80% van de BMH-kanker komt voor in ontwikkelingslanden zonder screening
- Gemiddelde leeftijd is 54j (piek tussen 40-55j)
Baarmoederhalskanker: Pathogenese
· HPV veroorzaakt 99% van de BMH-kankers (Plaveiselcarcinoom en adenocarcinoom)
· Eerste stap = infectie (>70% van de gevallen HPV 16 en 18) metaplastische zone (SCJ) => Premaligne => CIN II en II
· 20-30% van premaligne letsels ontaarden binnen de 10 jaar
· Co-factoren ontaarding:
o Hoge risico HPV-types = 16 en 18
o Genetische factoren (immuunreactie)
o VG vulvaire of vaginale intra-epitheliale neoplasie
o Roken (enkel plaveiselcarcinoom)
o Immuunsupressie of > 5J gebruik combinatiepillen
· Risicofactoren:
> Jonge leeftijd eerste seksueel contact
> Meerdere seksuele partners
> Hoogrisico-seksuele partners
> Andere SOA's
> Geen condoom
> Gebrek HPV-vacinatie
· HPV integratie in het genoom => E6 en E7 eiwitten (oncogenen)
Baarmoederhalskanker: Screening
· Doel: opsporen van behandelbare premaligne letsels (CIN II, III en adenocarcinoom in situ)
· Twee technieken: cytologie of HPV-test (deze laatste kan middels first stream urine)
o Afwijkingen => Colposcopie
o Bij eerste vondst laaggradige intra-epitheliale laesie (LSIL) => Herhalen na 6m
o Atypische plaveiselcellen zonder duidelijke betekenis (ASCUS) => HPV-test
> + => Colopscopie
> - => Herhaling na één jaar
· Vrouwen 25-65 jaar om de 3-5 jaar een uitstrijkje
· Probleem cytologie = lage sensitiviteit => in toekomst vooral HPV-test
Baarmoederhalskanker: Colposcopie en behandeling van premaligne letsels
Colposcopie:
Diagnostische onderzoek met behulp van microscoop die gebruik maakt aan veranderingen in het epitheel om premaligne en maligne laesies te detecteren.
Procedure
· Inspectie cervix en vagina na applicatie fysiolgoisch serum en groenfilter (vaatpatronen)
· 5% azijnzuur => kleurveranderingen: cellen met grote nuclei na 30-60s (actieve metaplasie, HPV, CIN, maligniteit) worden wit
· Indien SCJ niet volledig zichtbaar is => colposcopie nutteloos (incompleet)
· Maligniteit:
> Erosies
> Ulceraties
> Leukoplakie
> Exofytische gezwellen
· Biopten worden ook genomen
· Lugol (10% kaliumiodide) kleurt epitheel met glycogeen aan
o Abnormaal epitheel, immatuur metaplastisch epitheel en cylindrisch epitheel kleuren niet aan
o Gebruikt om tijdens resectie of ablatie de grensen van het letsel te bepalen
Baarmoederhalskanker: Behandeling
- LSIL/CIN I = niet-verwikkelde HPV-infectie => 6-maandelijkse controles van de cytologie en de HPV-aanwezigheid
> Indien langer dan 2 jaar persisteert kan gekozen worden voor behandeling (bevriezen of branden)
> Indien SCJ niet zichtbaar is => lusexcisie (LLETZ = large loop excision of transformation zone)
- HSIL (CIN II en III) => Lusexcisie
- Opvolging: na 6m
> Cytologie en HPV-test
> Normaal => na 24m herhalen => terug naar screeningsschema
> Afwijking => colposcopie => HPV => om de 6m gevolgd
> Adenocarcinoma in situ moet de snijrand negatief zijn
(LSIL/HSIL = Low/High-grade Squamous Intraepithelial Lesion)
Baarmoederhalskanker: Vaccinatie
Vaccinatie (primaire preventie)
· HPV: vagina, vula, orofaryngeaal, anaal en peniskankers
· Types
o Gardasil = Type 6, 11, 16 en 18
o Cervarix = type 16 en 18
o Gardasil 9
· Schema: twee dosissen met interval 6-12m
Invasief cervixcarcinoom: Epidemiologie
Plaveiselcarcinoom (80-85%), adeno- en adenoplaveiselcarcinoom (10-20%)
Invasief cervixcarcinoom: Symptomen
· Beginstadium: geen of niet-specifieke klachten (intermenstrueel, postcoïtaal of postmenopauzaal bloedverlies)
· Later: duidelijkere klachten
o Uitgebreide vaginale bloedingen
o Slecht ruikend verlies
o Pijnklachten veroorzaakt door de druk op de omgevend weefsel
o Pijnklachten door invasie omliggend weefsel
o Doorgroei blaas/rectum => pollakisurie en hematurie of valse stoelgangsnood en bloed in de stoelgang
· Complicaties: uitzaaiing, uremie en zo dood
Invasief cervixcarcinoom: Diagnostiek en stadiëring
· FIGO-classificatie: kliniek met eventueel een pyelografie
Invasief cervixcarcinoom: Bijkomende onderzoeken
· SCCA (Squamous celcarcinoom antigen) en CEA (carcino-embryonaal antigen)
· MRI (lokale stadiëring)
· CT uitsluiten metastases
· PET-CT indien > IB1
Invasief cervixcarcinoom: Behandeling
· Vroeg stadium Heelkunde
o IA1 => Conisatie
o IA2-IB1 => Radicale hysterectomie
o IB1 < 2 cm en < 50% stromale invasie => minder zware chirurgie mogelijk
· Radicale hysterectomie (Wertheim-Meigs-operation)
o Resectie baarmoeder + parametria (ligamenta cardinalia), ligamenta sacro-uterina en eventueel enkele cm vagina. Ovaria hoeven niet verwijderd te worden.
o Klassiek: klieren fossa obturatoria, iliacale vaten weggenomen => lymfocoele, lymfoedeem en zenuwschade
o Studie: sentinel
o Complicaties: koorts, longembool, urter- en blaasfistel, dysfunctie blaas en rectum, dyspareunie, lymfocele, mortaliteit
· Concomittante RCT en brachytherapie
o CT: wekelijks cisplatinum
o Externe RT => brachytherapie = even effectief als radicale hysterectomie, maar wel meer bijwerkingen
> Blaas/ureter en rectumfistels
> Chronische diarree (frequent)
> Castratie van de patiënte
> Dyspareunie door synechiën (frequent)
· Fertiliteitssparende behandeling
o Trachelectomie: cervix + parametria + pelviene lymfeklieren verwijderd
o (Neo-adjuvante CT)
o Selecte groep komt in aanmerking hiervoor, maar prognose is zelfde als raticale hysterectomie
· Lokaal gevorderde
o Concomittante RCT + brachytherapie
o IB2-IIb => Neoadjuvante CT + radicale hysterectomie
o Paclitaxel, ifosfamide en cisplatinum
· Adjuvante behandeling
o Indicatie: positieve snijranden en positieve klieren
· Metastase en recidief
o CT => Platinum met of zonder taxanen
Sets found in the same folder
Gynaecologie H11: Endometriose
13 terms
Gynaecologie H12: Bekkenbodemproblematiek
13 terms
Gynaecologie H5: Aandoeningen van de vul…
28 terms
Verloskunde H5: Stoornissen in de foetale groei en…
20 terms
Other sets by this creator
Cardiology and Cardiac Surgery
23 terms
Anesthesia
201 terms
Cardiology
12 terms
Instructies en problemen
255 terms
Other Quizlet sets
Exam 3
148 terms
ACCT230: Prologue
15 terms
450-Exam3
58 terms
ÜROLOJİ
22 terms