Upgrade to remove ads
Only $35.99/year

Doelgroepen 2 hoofdstuk 2: personen met een auditieve beperking.

Terms in this set (56)

dovencultuur
een wereld met een eigen unieke cultuur, waarin groepsbepalende normen, waarden, verschillende communicatievormen en ervaringen gedeeld worden.
als je lid bent wordt je aangeduid met de hoofdletter D, dus Doof.
de mensen in deze gemeenschap zijn trots op wat hen bindt en delen een gemeenschappelijke unieke taal en identiteit.
ook ouders van een kind met een auditieve beperking mogen deel uitmaken van deze gemeenschap.
audiologische indeling
1. de graad = de sterkte van geluid/ de decibel (dB)
2. de ernst = de toonhoogte van geluid/de Hertz (Hz)
wanneer wordt er gesproken over gehoorverlies?
het gemiddelde gehoorverlies in het beste oor binnen het gebied van 500 tot 2000 Hz, dit wordt vaak aangegeven door de Fletcherindex
Fletcherindex (Fl)
het gemiddelde van het verlies bij 500, 1000 en 2000 Hz
berekening/breuk = gehoorverlies op 500Hz + 1000Hz + 2000Hz / 3
normaal gehoor
Fl tussen -10dB en 20dB
licht slechthorend
= Fl tussen 20dB en 40dB
matig slechthorend
= Fl tussen 40dB en 70dB
zware/ernstige slechthorendheid
= Fl tussen 70dB en 90dB
doofheid
= Fl meer dan 90dB
3 soorten gehoorverlies
1. transmissief of geleidinggehoorverlies (uitwendig en/of middenoor)
2. perceptief of sensorineuraalgehoorverlies (binnenoor)
3. gemengd gehoorverlies (beide factoren spelen een rol)
gehoorverlies kan op 3 manieren worden ingedeeld
1. aard van de stoornis
2. de ernst of graad
3. leeftijd van ontstaan
dit zijn 3 belangrijke parameters om de gevolgen van het gehoorverlies op de ontwikkeling en het restgehoor in te schatten
prelinguale gehoorstoornis
ontstaan tussen de leeftijd van 0 en 2 jaar
interlinguale gehoorstoornis
ontstaan tussen de leeftijd van 2 en 5 jaar
postlinguale gehoorstoornis
ontstaan na de leeftijd van 5 jaar
ALGO
een gehoortest die wordt afgenomen bij kinderen vanaf 4 weken, men meet hiermee de reactie van de hersenen op geluid
Sets found in the same folder