Home
Subjects
Textbook solutions
Create
Study sets, textbooks, questions
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $35.99/year
Doelgroepen 2 hoofdstuk 3: meervoudige zintuiglijke beperking.
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Ortho KdG 20/21
Terms in this set (26)
doofblindheid
= verzamelnaam voor alle varianten in de combinatie slechtziendheid/blindheid en slechthorendheid/doofheid
de meeste personen met deze aandoening zijn niet zowel volledig doof als blind, maar hebben nog enig restgehoor en/of restzicht
ze komen dezelfde beperkingen tegen als blinden en doven, maar zijn groter en moeilijker om op te lossen doordat deze samenkomen.
verschillende oorzaken doofblindheid
1. vroeggeboorte
2. rode hand (= infectieziekte)
3. CHARGE associatie (= aangeboren aandoening)
4. syndroom van Zellweger (= erfelijke stofwisselingsziekte)
5. syndroom van Usher (= progressieve vorm va renitis pigmentosa + aangeboren doof-/slechthorendheid)
ondersteuning op verschillende levensdomeinen
dezelfde als in hoofdstukken zintuigelijke beperking en auditieve beperking
specifieke voorzieningen MZB
er bestaan er veel te weinig die enkel gericht zijn op personen met een MZB
algemene problemen MZB
1. orthopedagogische vraag is afhankelijk van de aard van de doofblindheid, de hulpmiddelen en van het kind zijn/haar mogelijkheden en de omgeving.
2. doofblindheid is vaak progressief en zorgt dus doorheen het leven voor andere hulpvragen
3. kind ervaart niet zomaar een band met de omgeving, heeft mogelijks zelfs geen besef van de mensen rondom zich.
4. kind krijgt enkel informatie als anderen het kind benaderen, ze moeten worden gestimuleerd en beleid op een specifieke, unieke manier.
5. op alle vlakken gaat het kind dezelfde problemen ondervinden als slechtziende/blinde en slechthorende/dove kinderen
algemeen aanbod praktijkgerichte ortho
1. rekening houden met prognose, zo vroeg mogelijk starten met communicatievormen, zodat het kind er later beroep op kan doen.
2. om een leerproces op gang te brengen is herhaling nodig, vooral met vertrouwde mensen, die kunnen aanvoelen wat een volgende uitdaging kan inhouden
3. veel aandacht schenken aan het opbouwen van vertrouwde en sociale contacten, het ontwikkelen van communicatie en stimuleren van beweging.
4. kind kan net zoals ziende/horende kinderen voelen, vasthouden, ruiken en proeven = lichamelijke ervaringen waar aanknopingspunten liggen voor de ontwikkeling van communicatie. kind moet begrijpen dat de mogelijkheid tot communicatie ontstaat via een gedeelde ervaring
aanbod ortho sociaal-emotionele ontwikkeling
1. opvoeder moet zich inleven in het kind en zijn belevingswereld, opvoeder moet nauwkeurig observeren en aansluiting zoeken bij de lichamelijke signalen, zo is het mogelijk aan te voelen waar de aandacht van het kind naartoe gaat en of het de situatie begrijpt en zich begrepen voelt
2. deze kinderen kunnen hun mogelijkheden enkel waarmaken door heel veel liefdevolle nabijheid, geduld en specifieke aandacht.
aanbod ortho motorische ontwikkeling
1. extra stimuleren van motorische ontwikkeling
2. extra ondersteuning via fysio en kine voor motoriek te stimuleren
ortho aanbod cognitieve ontwikkeling
1. door samen ervaringen te delen is het mogelijk om samen een manier te zoeken om naar die ervaring te verwijzen en te leren.
2. deze kinderen kunnen spontaan gebaren maken als ze nadenken over hun lichamelijke ervaringen en deze met je willen delen
3. gekozen communicatie methode hangt af van voorgeschiedenis, beperkingen en mogelijkheden van elk individu
4. meeste communicatiemogelijkheden zijn afhankelijk van de taal en of men heeft leren lezen en schrijven
gebarentaal
= communicatie met behulp van gebaren van de handen, mondbewegingen en mimiek
NMG
= Nederland ondersteund met gebaren
= gesproken Nederlands ondersteund met gebaren
wordt vaker gebruikt als iemand doof wordt op latere leeftijd
vierhandengebaren/tactiele gebaren
= systeem gebaseerd op Nederlandse gebarentaal
= je houd je handen van elkaar losjes vast en voelt zo de gebaren af
vaak gebruikt wanneer iemand doof geboren is en op latere leeftijd blind wordt
vingerspelling
= iedere letter heeft een handvorm, deze worden in de lucht of in je handpalm gespeld
lorm en haptic signs
= iedere letter is een tikje of streepje op een bepaalde plaats op de hand, de letters worden in je hand gemaakt
blokletters
= blokletters schrijven in de hand
Sets found in the same folder
Doelgroepen 2 hoofdstuk 1: personen met een visuel…
63 terms
Doelgroepen 2 hoofdstuk 2: personen met een auditi…
56 terms
Doelgroepen 2 hoofdstuk 4: personen met dementie.
50 terms
Doelgroepen 2 hoofdstuk 5: Niet-begeleide minderja…
32 terms
Other sets by this creator
Deel 4: motivatie
25 terms
Deel 3: emoties
22 terms
Deel 2: Leerpsychologie
110 terms
Deel 1: Psychologie als wetenschap
47 terms
Other Quizlet sets
EXSC 410 Exam 1
46 terms
Ancient Greece
91 terms
Module 1: Teaching and Learning Ideas PreviousExit…
29 terms
Personal and Organizational Ethics
27 terms