Try Magic Notes and save time.Try it free
Try Magic Notes and save timeCrush your year with the magic of personalized studying.Try it free

examens privaatrecht juni 2014

Get a hint
Opgave 1 (totaal 35 punten)
Vraag 1.a (5 punten)
Beschrijf kort en bondig 'het publiekrecht'.
Vraag 1.b (5 punten)
Beschrijf kort en bondig 'het privaatrecht'.
Geef gemotiveerd aan of, en zo ja welke, deze aankoop van het leegstaande pand valt onder de werking van een van de hiervoor genoemde rechtsgebieden.
Een van de ambtenaren van de gemeente Amsterdam vraagt zich af waardoor c.q. op welk moment de gemeente Amsterdam officieel de nieuwe eigenaar wordt van het bewuste pand?
Vraag 1.d (10 punten)
Geef aan waardoor c.q. op welk moment de gemeente Amsterdam officieel de nieuwe eigenaar wordt van het bewuste pand?
Blad 1 van 4
Een belangrijk onderscheid in het Nederlandse recht vormt het onderscheid tussen het
publiekrecht en het privaatrecht.
De gemeente Amsterdam koopt van een vastgoed beleggingsmaatschappij een leegstaand pand gelegen aan een van de grachten die de stad Amsterdam rijk is.
Vraag 1.c (5 punten)
Examen Register Belastingconsulent . Privaatrecht / ondernemingsrecht . 06-2014
Behalve het feit dat het pand aan de gemeente Amsterdam in eigendom wordt overgedragen, worden er nog diverse andere objecten in eigendom overgedragen aan de gemeente Amsterdam. In verband met het feit dat aan de wettelijke eisen van eigendomsoverdracht moet worden voldaan, rijst de vraag hoe het pand en de andere objecten volgens de wet worden genoemd.
Voor de beantwoording van vraag 1.e moet U kiezen uit een van de volgende wettelijke begrippen, of indien U meent dat daarvan sprake is, uit een combinatie van de volgende wettelijke begrippen:
Roerende zaak, onroerende zaak, registergoed en bestanddeel.
Vraag 1.e (10 punten)
Hoe worden volgens de wet de onderstaande onderstreepte objecten genoemd?
1. 2. 3.Vraag 1.e (10 punten)
Hoe worden volgens de wet de onderstaande onderstreepte objecten genoemd?
1. 2. 3.
Het pand;
Een bij het pand behorende 6 persoonssloep voortgedreven door een benzinemotor;
Een in de tuin van het pand zich bevindende van het pand gedemonteerde
zonwering.
Click the card to flip 👆
1 / 5
1 / 5
Terms in this set (5)
Opgave 1 (totaal 35 punten)
Vraag 1.a (5 punten)
Beschrijf kort en bondig 'het publiekrecht'.
Vraag 1.b (5 punten)
Beschrijf kort en bondig 'het privaatrecht'.
Geef gemotiveerd aan of, en zo ja welke, deze aankoop van het leegstaande pand valt onder de werking van een van de hiervoor genoemde rechtsgebieden.
Een van de ambtenaren van de gemeente Amsterdam vraagt zich af waardoor c.q. op welk moment de gemeente Amsterdam officieel de nieuwe eigenaar wordt van het bewuste pand?
Vraag 1.d (10 punten)
Geef aan waardoor c.q. op welk moment de gemeente Amsterdam officieel de nieuwe eigenaar wordt van het bewuste pand?
Blad 1 van 4
Een belangrijk onderscheid in het Nederlandse recht vormt het onderscheid tussen het
publiekrecht en het privaatrecht.
De gemeente Amsterdam koopt van een vastgoed beleggingsmaatschappij een leegstaand pand gelegen aan een van de grachten die de stad Amsterdam rijk is.
Vraag 1.c (5 punten)
Examen Register Belastingconsulent . Privaatrecht / ondernemingsrecht . 06-2014
Behalve het feit dat het pand aan de gemeente Amsterdam in eigendom wordt overgedragen, worden er nog diverse andere objecten in eigendom overgedragen aan de gemeente Amsterdam. In verband met het feit dat aan de wettelijke eisen van eigendomsoverdracht moet worden voldaan, rijst de vraag hoe het pand en de andere objecten volgens de wet worden genoemd.
Voor de beantwoording van vraag 1.e moet U kiezen uit een van de volgende wettelijke begrippen, of indien U meent dat daarvan sprake is, uit een combinatie van de volgende wettelijke begrippen:
Roerende zaak, onroerende zaak, registergoed en bestanddeel.
Vraag 1.e (10 punten)
Hoe worden volgens de wet de onderstaande onderstreepte objecten genoemd?
1. 2. 3.Vraag 1.e (10 punten)
Hoe worden volgens de wet de onderstaande onderstreepte objecten genoemd?
1. 2. 3.
Het pand;
Een bij het pand behorende 6 persoonssloep voortgedreven door een benzinemotor;
Een in de tuin van het pand zich bevindende van het pand gedemonteerde
zonwering.
Opgave 1 (totaal 35 punten)
Antwoord vraag 1.a (5 punten)
Het publiekrecht houdt zich in beginsel bezig met de verhouding tussen overheid en burger/ondernemer en overheden onderling, op basis van aan de overheid wettelijk verleende specifieke bevoegdheden.
Antwoord vraag 1.b (5 punten)
Het privaatrecht houdt zich in beginsel bezig met de verhouding tussen burger/ondernemer/overheid onderling, op basis van gelijke wettelijke bevoegdheden.
Antwoord vraag 1.c (5 punten)
Deze transactie (aankoop van het leegstaande pand) valt onder de werking van het privaatrecht. De gemeente treedt hier niet op basis van aan de gemeente wettelijk verleende specifieke bevoegdheden op, maar als private partij, gelijkwaardig aan de andere partij.
Antwoord vraag 1.d (10 punten)
De gemeente Amsterdam wordt officieel de nieuwe eigenaar van het bewuste pand zodra de notariële leveringsakte is ingeschreven in het openbare register dat wordt bijgehouden door het Kadaster, artikel 3:89 BW.
Antwoord vraag 1.e (10 punten)
Antwoord vraag 1.e (10 punten) 1.
2.
3.
Antwoord vraag 1.d (10 punten)
De gemeente Amsterdam wordt officieel de nieuwe eigenaar van het bewuste pand zodra de notariële leveringsakte is ingeschreven in het openbare register dat wordt bijgehouden door het Kadaster, artikel 3:89 BW.
Antwoord vraag 1.e (10 punten)
1.pand is onroerende zaak en tevens registergoed
2.de 6 persoons sloep is roerende zaak en de motor ook maar ook tevens bestanddeel van de sloep
3.de gedemonteerde zonwering wordt in de wet als roerende zaak genoemd
Opgave 2 (totaal 10 punten)
Antwoord vraag
Wanprestatie en onrechtmatige daad zijn de juridische begrippen waarop een verplichting tot schadevergoeding wordt gebaseerd. Het verschil tussen wanprestatie, artikel 6:74 BW en onrechtmatige daad, artikel 6:162 BW, is dat er alleen bij eerstgenoemde een contractuele relatie tussen de betrokken partijen bestaat (een juridische relatie op basis van een overeenkomst). De verplichting tot schadevergoeding bij een onrechtmatige daad is gebaseerd op de wet. Een juridische relatie op basis van een overeenkomst ontbreekt hier. Een voorbeeld van wanprestatie is het niet nakomen van een contractuele plicht zoals de plicht tot tijdige betaling van loon.
Een voorbeeld van onrechtmatige daad is het veroorzaken van een verkeersongeluk.
Het pand wordt in de wet aangeduid als een onroerende zaak en tevens registergoed.
6 Persoonssloep wordt in de wet aangeduid als een roerende zaak en de benzinemotor
is een roerende zaak en tevens bestanddeel (van de sloep).
Een in de tuin van het pand zich bevindende van het pand gedemonteerde zonwering
wordt in de wet aangeduid als een roerende zaak.
Opgave 3 (totaal 25 punten)
Opgave 3 bevat 5 meerkeuzevragen. De 5 vragen hebben geen onderling verband, zij staan op zichzelf. Voor de beantwoording op deze vragen dient u slechts het keuze antwoord (A-B- C-D) op te schrijven. U hoeft uw antwoord niet te motiveren.
De BV Kwint exploiteert drie sportwinkels. De bv heeft een raad van bestuur, bestaande uit de broers Guus, Anton en Piet Kwint. De winkels zijn gevestigd in Den Haag, Eindhoven en Maastricht. De raad van bestuur spreekt af dat elk van de broers directeur is van een vestiging: Guus Kwint in Den Haag, Anton Kwint in Eindhoven en Piet Kwint in Maastricht. Iedere directeur bevoegd de vennootschap te binden voor een bedrag van € 5.000. Deze afspraak wordt niet vastgelegd in de statuten van de bv, maar is slechts een interne afspraak. Voor transacties die dit bedrag te boven gaan is de medewerking van de andere twee directeuren vereist. Guus krijgt een aantrekkelijk aanbod om een partij skiboxen van de merken Hapro en Thule te kopen bij BV Sportsevent. Zonder de medewerking van Anton en Piet koopt hij deze partij voor de drie vestigingen. De koopprijs bedraagt € 7.500. Anton en Piet zijn het niet eens met deze aankoop.
Vraag 3.a (5 punten)
Wie kan BV Sportsevent met succes voor nakoming aanspreken, en voor welk bedrag?
A. De BV Kwint voor een bedrag van € 7.500.
B. Uitsluitend Guus Kwint voor een bedrag van € 7.500.
C. DeBVKwintvooreenbedragvan€5.000enGuusKwintvoorhetoverige.
D. De BV Kwint voor een bedrag van € 5.000 en Guus, Anton en Piet Kwint voor het
overige.
Blad 2 van 4
Het pand;
Een bij het pand behorende 6 persoonssloep voortgedreven door een benzinemotor;
Een in de tuin van het pand zich bevindende van het pand gedemonteerde
zonwering.
Examen Register Belastingconsulent . Privaatrecht / ondernemingsrecht . 06-2014
Jansen heeft besloten een handelsonderneming in Aziatische levensmiddelen te starten. De rechtsvorm zal een nv worden. Het bestuur van deze nv zal bestaan uit de bestuursleden Jansen en zijn zakelijke partner Pietersen. Omdat er een misverstand is met de notaris, laat de notariële akte van oprichting wat langer op zich wachten. Jansen besluit alvast te starten met ondernemingsactiviteiten en sluit diverse koopovereenkomsten voor de op te richten nv. Bovendien neemt hij ook een werknemer in tijdelijke dienst voor de op te richten nv.
Vraag 3.b (5 punten)
Wie is voor de uit deze overeenkomsten voortvloeiende schulden aansprakelijk?
A. De nv i.o.
B. Jansen.
C. Denv.
D. Hetgehelebestuur,wantdenvisnognietingeschreven.
Vraag 3.c (5 punten)
Stelling 1: Als bij een nv het maatschappelijk kapitaal volgens de statuten € 100.000 is,
dan moet het geplaatste kapitaal, gebaseerd op het wettelijke percentage,
tenminste € 20.000 zijn.
Stelling 2: Een prioriteitsaandeel geeft de aandeelhouder extra zeggenschap bij het
uitoefenen van stemrecht.
A. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is goed.
B. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is fout.
C. Stelling1isfout.Stelling2isfout.
D. Stelling1isfout.Stelling2isgoed.
Vraag 3.d (5 punten)
Let op: Stelling 2 wordt voorafgegaan door een korte leestekst. Nu volgt eerst stelling 1.
Stelling 1: Als een juridische fusie is voltooid, is er altijd ten minste één fusiepartner die door de fusie is opgehouden te bestaan en in dat geval zijn de schulden van deze fusiepartner overgegaan naar de andere fusiepartner(s).
Leestekst behorend bij stelling 2.
NV Mavero telt 100 aandeelhouders. Iedere aandeelhouder heeft een (1) aandeel. Op de algemene vergadering van aandeelhouders zijn 60 aandeelhouders aanwezig. Men wil overgaan tot het nemen van een besluit over een agendaonderwerp. Volgens de statuten geldt hierbij de gewone meerderheid van stemmen.
Nu volgt stelling 2.
Stelling 2: Als over het agendaonderwerp 31voorstemmen worden uitgebracht, dan is het besluit genomen met een gewone meerderheid van stemmen, waardoor het besluit rechtsgeldig is.
A. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is goed.
B. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is fout.
C. Stelling1isfout.Stelling2isfout.
D. Stelling1isfout.Stelling2isgoed.
Blad 3 van 4
Examen Register Belastingconsulent . Privaatrecht / ondernemingsrecht . 06-2014
Blad 4 van 4 Welke bevoegdheden komen volgens de wettelijke hoofdregels aan de algemene
Vraag 3.e (5 punten)
vergadering van aandeelhouders (ava) toe?
A. Statutenwijziging, recht op dividend.
B. Benoeming en ontslag van bestuurders.
C. Claimrechtenbevoegdheidtotvertegenwoordigingvandevennootschap. D. Oprichtingvandevennootschapenoproeptotdeava.ï
Opgave 3 (totaal 25 punten) Antwoord vraag 3.a (5 punten)
A. De BV Kwint voor een bedrag van € 7.500.
Bestuurders van een BV zijn op grond van de wet onbeperkt bevoegd tot vertegenwoordiging, artikel 2:240 BW. De in de casus genoemde grens heeft slechts interne werking, geen externe werking. Dat betekent dat de bewuste bestuurder de vennootschap geldig heeft vertegenwoordigd voor € 7.500.
Antwoord vraag 3.b (5 punten) B Jansen.
De nv is nog niet opgericht en daarom kunnen de nv en/of haar bestuurders voor de schulden niet aansprakelijk zijn. Op grond van de wet, artikel 2:93 BW is Jansen (zelf) aansprakelijk.
Antwoord vraag 3.c (5 punten)
A. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is goed.
Bij de nv moet volgens de wet, artikel 2:67 lid 4 BW, 20% van het maatschappelijk kapitaal zijn geplaatst.
Aan een prioriteitsaandeel kan op basis van de statuten een bijzondere bevoegdheid worden toegekend met betrekking tot het uitoefenen van stemrecht. Vaak betreft het dan voor de vennootschap strategische onderwerpen.
Antwoord vraag 3.d (5 punten)
A. Stelling 1 is goed. Stelling 2 is goed.
Op grond van de wet, artikel 2:309 en 2:311 BW geldt dat als een juridische fusie is voltooid, er ten minste één fusiepartner door de fusie is opgehouden te bestaan en in dat geval zijn de schulden van deze fusiepartner overgegaan naar de andere fusiepartner(s).
Voor een gewone meerderheid van stemmen die zijn uitgebracht in de algemene vergadering van aandeelhouders geldt het systeem van de helft plus 1 stem. Dat betekent dat bij 31 voorstemmen, het besluit rechtsgeldig is.
Antwoord vraag 3.e (5 punten)
B. Benoeming en ontslag van bestuurders.
Op grond van de wet, artikel 2:132 BW (benoeming) en artikel 2:134 (ontslag) is de algemene vergadering bevoegd tot het benoemen en ontslaan van bestuurders. Statutenwijziging is (ook) een aan de ava toekomende bevoegdheid, maar het recht op dividend niet, dat is een recht dat aan de individuele aandeelhouder toekomt en dat geldt ook voor het bij antwoord c genoemde claimrecht. Bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vennootschap komt toe aan het bestuur en bestuursleden. Oprichting vindt plaats door de oprichter(s) en de oproep tot de ava vindt in beginsel plaats door het bestuur.
Opgave 4 (totaal 10 punten)
Hierna volgt een tekst die afkomstig is uit een publicatie van de Telegraaf.
De provincies Groningen en Drenthe en 27 gemeenten in beide provincies dagen netbeheerder Enexis voor de rechter om uit te vechten wie de eigenaar is van de ondergrondse bekabeling van 140.000 lantaarnpalen in het noorden van het land.
Vraag 4.a (5 punten)
Stel dat de ondergrondse bekabeling zich bevindt in (onder)grond die in eigendom toebehoort aan de betrokken (27) gemeentes. Wie is in dat geval eigenaar van deze ondergrondse bekabeling, motiveer Uw antwoord en geef tevens het relevante wetsartikel aan.
Vraag 4.b (5 punten)
Netbeheerder Enexis leeft in de veronderstelling dat zij eigenaar is van deze ondergrondse bekabeling.
Op welk onderwerp beroept Enexis zich in dat geval?
Opgave 4 (totaal 10 punten)
Antwoord vraag 4.a (5 punten)
Als de ondergrondse bekabeling zich bevindt in (onder)grond die in eigendom toebehoort aan de betrokken (27) gemeentes, dan zijn deze gemeentes daarvan eigenaar op grond van het principe van natrekking dat is verwoord in artikel 5:20 BW:
De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt: gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd.
Antwoord vraag 4.b (5 punten)
Netbeheerder Enexis moet zich dan succesvol beroepen op het recht van opstal, artikel 5:101 BW.
Het recht van opstal is een zakelijk recht om in, op of boven een onroerende zaak van een ander gebouw, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen.
Opgave 5 (totaal 20 punten)
Transportonderneming Traro BV heeft een zakelijke klant, NV Grondverzet, die al enige tijd niet aan zijn betalingsverplichtingen voldoet. Deze klant is al enkele malen door het hoofd financiële zaken van Traro BV daarop aangesproken, maar betaling heeft niet plaats gevonden. De, in de recent aan NV Grondverzet verstuurde sommatie, verstreken termijn tot betaling is inmiddels verstreken.
Volgens de juridische literatuur heeft de schuldeiser het recht zich op de goederen van de schuldenaar te verhalen. De schuldeiser kan dit op 2 manieren bereiken.
Vraag 5.a (10 punten)
Op welke 2 manieren kan de schuldenaar zich op de goederen van de schuldenaar verhalen?
Uit nader onderzoek blijkt dat aan NV Grondverzet surseance is verleend.
Vraag 5.b (10 punten)
Door wie kan surseance worden aangevraagd, door welke instantie wordt deze aanvraag behandeld en uitgesproken en wat is het rechtsgevolg van surseance met betrekking tot de openstaande vorderingen?
Opgave 5 (totaal 20 punten)
Antwoord vraag 5.a (10 punten)
Dat kan door middel van executoriaal beslag en door middel van het aanvragen van het faillissement van de schuldenaar.
Antwoord vraag 5.b (10 punten)
Surseance kan worden aangevraagd door de schuldenaar zelf (NV Grondverzet), niet door een van de schuldeisers. Deze aanvraag wordt behandeld door de rechtbank en het rechtsgevolg van surseance met betrekking tot de openstaande vorderingen is dat de schuldenaar niet gedwongen kan worden tot het betalen van zijn schulden, met uitzondering van boedelschulden en de schulden die genoemd worden in artikel 232 Fw., waaronder de preferente schulden.