Search
Browse
Create
Log in
Sign up
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $2.99/month
Frans - Unité 4, alle apprendres
STUDY
Flashcards
Learn
Write
Spell
Test
PLAY
Match
Gravity
Terms in this set (86)
la montagne
het gebergte, de bergen
à l'avance
van tevoren
s'activer
bezig zijn, actief zijn
le vacancier
de vakantieganger
hors-piste
buiten de piste
venir en aide
te hulp komen
l'avalanche
de lawine
rare
zeldzaam
le neige
de sneeuw
(re) monter
(weer) omhoogbrengen
descendre
naar beneden gaan/brengen
la diffuculté
de moeilijkheid
le brouillard
de mist
transformer
veranderen
la bosse
de hobbel, de bult
lisse
glad
le lever de soleil
de zonsopgang
le renard
de vos
l'altitude
de hoogte
s'habituer à
wennen aan
l'environnement
de omgeving
la rémontée mécanique
de skilift
sonder
peilen, onderzoeken
pâle
bleek
se coucher
naar bed gaan
décu(e)
teleurgesteld
remettre
uitstellen
soigner
verzorgen, zorgen voor
réagir à
reageren op
l'annonce
de advertentie
disponible
beschikbaar
à côté de
naast
la pièce d'identité
het identiteitsbewijs
le dimplôme
het diploma
On peut remettre le rendez-vous?
Kunnen we de afspraak uitstellen?
J'ai rendez-vous avec une copine.
Ik heb een afspraak met een vriendin.
On sa voit Place Genettre?
Zien we elkaar op het Place Genettre?
A quelle heure?
Hoe laat?
C'est un peu trop tôt.
Dat is een beetje te vroeg.
On se voit à 6 heures.
We zien elkaar om 6 uur.
Je voudrais bien te recontre.
Ik zou je graag willen ontmoeten.
Je regrette, ce n'est pas possible.
Het spijt me, dat is niet mogelijk.
J'ai cours.
Ik heb les.
J'ai noté.
Ik heb het genoteerd.
n'importe comment
zomaar
la liberté
de vrijheid
l'équipement
de uitrusting
le casque
de helm
la crème solaire
de zonnebrandcrème
le nuage
de wolk
le rayon
de straal
abîmer
beschadigen
s'échauffer
zich opwarmen
le muscle
de spier
le renseigner
zich informeren
maîtriser
beheersen
la vitesse
de snelheid
la direction
de richting
en dessous de
onder
la priorité
de voorrang
balisé
aangegeven
le secours
de hulp
procher
dichtbij
le bruit
het lawaai
mettre la musique à fond
de muziek hard zetten
la gare routière
het busstation
faire de la luge
sleeën
volontiers
graag
au chômage
werkloos
connaître
kennen
l'escalade
het klimmen, de klimsport
le rafting
de rafting
l'autorisation
de toestemming
flipper à mort
erg zenuwachtig zijn
curieux/curieuse
nieuwsgierig
Je donne une fête pour mon anniversaire.
Ik geef een feest voor mijn verjaardag.
vous êtes tous invités.
jullie zijn allemaal uitgenodigd.
C'est où et à quelle heure?
Waar is het en hoe laat?
Moi, je ne peux pas.
Ik kan niet.
J'ai mon cours de piano.
Ik heb pianoles.
Est-ce qu'on apporte quelque chose?
Kunnen we iets meenemen?
Il y a plein de choses à faire.
Er zijn heel veel dingen te doen.
Tu voudrais venir avec nous?
Wil je met ons meegaan?
Oui, je veux bien.
Ja, graag!
Il est quelle heure?
Hoe laat is het?
je dois préparer mon exposé.
ik moet mijn spreekbeurt voorbereiden.
OTHER SETS BY THIS CREATOR
Unité 3 - alle apprendres
65 terms
Engels Theme 1
88 terms
Frans - Chapitre 2, Voca A, 3Havo
34 terms
Engels - Unit 1&2
197 terms