hello quizlet
Home
Subjects
Expert solutions
Create
Study sets, textbooks, questions
Log in
Sign up
Upgrade to remove ads
Only $35.99/year
Theme 5 4KGT: English around the world
Flashcards
Learn
Test
Match
Flashcards
Learn
Test
Match
Terms in this set (101)
ancestor
voorvader
beaver
bever
beloved
geliefd
bonnet
motorkap
boot
kofferbak
cabbage
kool
casual
informeel
cheers
bedankt
cheers
doeg
coastguard
kustwacht
common
gewoon
constitution
grondwet
conviction
veroordeling
cosmopolitan
wereldburger
crap
rotzooi
cruel
wreed
customs
douane
definitely
zeker
densely populated
dichtbevolkt
descent
afkomst
development
ontwikkeling
exhaust pipe
uitlaatpijp
explorer
ontdekkingsreiziger
expression
uitdrukking
fire fighter
brandweerman
formerly
vroeger
freezing cold
ijskoud
frequently
vak
fried
gefrituurd
fumes
dampen
gibberish
wartaal
hesitation
aarzeling
in comparison with
in vergelijking met
in general
in het algemeen
inequality
ongelijkheid
influential
invloedrijk
inhabitant
inwoner
instantly
meteen
intensely
intensief
life-threatening
levensbedreigend
mainly
voornamelijk
major
belangrijk
mashed potatoes
aardappelpuree
melting pot
smeltkroes
misunderstanding
misverstand
molar
kies
motorway
snelweg
native language
moedertaal
noisy
luidruchtig
notice board
mededelingenbord
noticeable
merkbaar
partially
gedeeltelijk
positive
zeker
presence
aanwezigheid
prom
gala (AmE)
pronunciation
uitspraak
reign
regeren
roots
wortels
significant
aanzienlijk
slight
klein
society
maatschappij
speech
spraak
squashed
geplet
take-away food
afhaalmaaltijden
textile industry
textielindustrie
to be associated with
verbonden zijn aan
to be known as
bekend staan als
to capture
gevangennemen
to communicate
communiceren
to cripple
verlammen
to demonstrate
laten zien
to derive from
zijn afgeleid van
to disagree
het niet eens zijn
to display
weergeven
to dye
kleuren
to emigrate
emigreren
to encourage
aanmoedigen
to enrich
verrijken
to expose to
blootstellen aan
to face
te maken krijgen met
to get lost
verdwalen
to go over
doornemen
to hurry
zich haasten
to influence
invloed uitoefenen op
to mark
markeren
to reduce
verminderen
to remain
blijven
to rule
regeren
to speak out against
uitspreken tegen
to stress
benadrukken
to trade
handelen
togetherness
saamhorigheid
tough
moeilijk
trainee
leerling
uncertain
onzeker
well done
goed gedaan
A tree with strong roots laughs at storms. (Malaysia)
In weer en wind positief blijven.
All the things that are white are not milk. (India)
Het is niet al goud wat er blinkt.
The wise build bridges and the foolish build dams. (Nigeria)
De wijzen zijn bruggenbouwers, de dommen zonderen zich af.
What the goat does, the kid follows. (Jamaica)
De jongeren leren van de ouderen.
You can't catch skunks with mice. (Canada)
Je moet vuur met vuur bestrijden.
Students also viewed
Frans
77 terms
Geschiedenis alle hoofdstukken
107 terms
Geschiedenis begrippen H1-H6
107 terms
Duits mondeling voorwerp beschrijven
54 terms
Other sets by this creator
3KGT Chapter 4: After school
113 terms
Examenwoorden: veelvoorkomende algemene woorden
377 terms
Examenwoorden: veelvoorkomende werkwoorden
193 terms
Examenwoorden: signaalwoorden
91 terms
Other Quizlet sets
Biology (Photosynthesis - Plant Structure)
120 terms
Anatomy Final
148 terms
Cumulative
149 terms
A&P 3 Final Exam Set 1
33 terms