Español 1.1 Lección 2.1 - Necesitamos un regalo

4.0 (2 reviews)
de verjaardag
Click the card to flip 👆
1 / 29
Terms in this set (29)
de verjaardag
el cumpleaños
aanstaande zaterdag
el próximo sábado
Ze heeft ons uitgenodigd op haar feest.
Ella nos ha invitado a su fiesta.
We moeten een cadeau voor haar kopen.
Necesitamos comprar un regalo para ella.
Wat vindt ze leuk?
¿Qué le gusta a ella?
Ze houdt van veel dingen.
Le gustan muchas cosas.
Ik weet niet wat ik moet kopen.
No sé que comprar.
Ik wil ook graag nieuwe kleding kopen.
También quisiera comprar ropa nueva.
voor het feest
para la fiesta
Wat wil je aantrekken?
¿Qué quieres ponerte?
Ik weet het nog niet.No lo sé todavía.Vandaag wil ik gaan winkelenHoy quiero ir de tiendas.Ga je met me mee?¿Me acompañas?de delicatessenwinkella tienda de delicatessende sportzaakla tienda de deportesde woonwinkella tienda de hogarde juwelierla joyeríade boekwinkella libreríade schrijfwarenhandella papeleríawinkelenir de tiendasWaar wil je als eerst heen?¿Dónde quieres ir primero?misschienquizás, a lo mejor, tal vezvindenencontrarzo niet, anderssinohet schriftel cuadernode penel bolígrafohet horlogeel relojde koptelefoonlos auriculareshet kussenla almohada